De ontwikkeling van het ADD en ADHD label
Voorgeschiedenis ontdekking ADHD / ADD
De herkenning van ADHD is ongeveer in de jaren 30 tot stand gekomen. De arts Charles Bradley (1902 – 1979) werkte toen in een inrichting voor moeilijk hanteerbare kinderen met gedragsproblemen. Voor alsnog werd altijd gedacht dat deze groep kinderen hardhandig aangepakt moesten worden. Harde en zware straffen werden tot dan toe toegepast. Er werd niet gedacht aan een mogelijk anders functionerend brein.
De jaren 30, Charles Bradley’s ontdekking
Charles Bradley was van mening dat stimulerende middelen wel eens een kalmerend effect zouden kunnen geven bij kinderen met onaangepast druk of onoplettend gedrag. De naam ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) werd toen nog niet gebruikt. Bradley werd lange tijd voor gek verklaard omdat anderen artsen van mening waren dat dit het probleem alleen nog maar erger zou maken. Zij dachten dat de kinderen er juist nog drukker van zouden worden.
Bradley dacht hier toch anders over, hij gaf dikke mensen, die wilden afvallen, namelijk al eerder stimulerende middelen en bij toeval bleek dat bij dikke kinderen met onaangepast druk gedrag, hun drukke gedrag kalmeerde.
Toen Bradley uiteindelijk met stimulerende middelen ging experimenteren bij zijn groep kinderen met druk gedrag was het resultaat wat hij verwachtte. De kinderen kalmeerden en bleken een stuk minder chaotisch te worden. Ook konden zij hun aandacht langer bij taken vast houden en ging hun concentratie er op vooruit.
Dit was toen der tijd een zeer mooie ontdekking, echter moest het nog lang duren voordat het gedrag daadwerkelijk zodanig erkent werd, zodat het een label kon krijgen.
De jaren 40 / 50, Onderzoek naar ADHD
Er werden langzaamaan steeds meer onderzoeken gestart naar het anders functioneren van het brein. Er werd steeds meer bekend en er werd een probleem erkent dat later de naam ADHD kreeg. Eigenlijk plaats je mensen in een hokje om duidelijkheid te geven wat er speelt. Dat wil nog niet zeggen dat we ook daadwerkelijk kunnen spreken van een biologisch aandoening van het brein of een disfunctioneren.
De jaren 60, De ontdekking van ADD naast ADHD
Sinds de onderzoeken werden gestart werd langzaamaan een andere soort ADHD ontdekt. Er bleken mensen te zijn waarvan de hersenen op dezelfde andere manier functioneren als dat bij ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) het geval is. Het verschil was alleen dat er bij deze mensen geen sprake was van hyperactiviteit. De mensen bleken voornamelijk last te hebben aandachtstekort en concentratieproblemen en dit werden daarom ADD symptomen genoemd, zonder de H van hyperactiviteit. ADD staat voor (Attention Deficit Disorder). Daarnaast hadden zij net zoals bij ADHD last van overprikkeling, vergeetachtigheid en moeite met de verwerking van teveel informatie. Bij de ADHD vorm werd daarnaast ook impulsiviteit en vooral hyperactiviteit in extremere mate aangetroffen.
De jaren 70, ADHD en ADD blijkt niet te verdwijnen in de volwassenheid
In de jaren 70 kwam men tot de conclusie dat ADHD in de meeste gevallen niet overgaat in de volwassenheid. ADHD bij volwassen zowel als ADD bij volwassen kwam voor. Mensen met de diagnose ADHD bleven op latere leeftijd klachten houden. Vaak doen volwassenen met ADHD of ADD een hoop om zich aan te passen. Dit heeft eerder negatieve gevolgen dan positief effect. Dit zorgt op de lange termijn vaak voor bijkomende secundaire psychische problemen.
Uit onderzoek is gebleken dat 70% van de mensen die in de volwassenheid werden gediagnosticeerd een andere psychische stoornis hadden ontwikkeld zoals een angststoornis, persoonlijkheidsstoornis, depressie, obsessieve compulsieve stoornis of iets anders. Daarnaast komen vaak burn-out en chronische vermoeidheid voor.
De jaren 90, een doorbraak in het onderzoek naar ADHD en ADD
In de jaren 90 kwam er een grote doorbraak in het onderzoek naar ADHD en ADD. Er werden PET-scans gemaakt en daaruit bleek dat de hersenactiviteit in de hersenen van mensen met de diagnose AD(H)D afweken van de “normale” groep mensen. Later werden deze ondervindingen ondersteunt door vele MRI scans.
De totstandkoming van het massale plakken van ADHD en ADD labels
De scans waren het grote begin van een negatief beeld omtrent ADHD en ADD. Er bleek een andere andere hersenactiviteit aanwezig en dit bleek erfelijk te zijn. Het ADHD en ADD onderzoek zorgde ervoor dat we vanaf nu af aan spraken van een biologische stoornis. Er is een andere dopamine opname in de hersenen en een andere hersenactiviteit. Dat is aan te tonen en het blijkt dat stimulerende medicatie helpt. De klachten die we ervaren worden gedempt ofwel, we hebben te maken met een aandoening die we kunnen behandelen. Is dit de waarheid? Mogelijk niet maar het is wel het begin van het massale plakken van labels omtrent ADD en ADHD en het massaal verkopen en ontwikkelen van nieuwe medicatie. Een industrie omtrent ADD en ADHD die miljarden verdiend is begonnen.
Wil je meer lezen over de verschillende typen ADHD? Kijk dan hier.